dinsdag 24 januari 2017

koud, kouder, koudst

Een mooi gedicht: 
Daar zitten drie musjes in ’t sneeuwwitte woud.
Hun hartjes zijn warm en hun staartjes zijn koud.
Ze slapen er onder het sneeuwwitte dek.
De middelste mus heeft de warmste plek …
Ze wachten op iets dat hun buikje vult.
De middelste mus heeft het meeste geduld …
Waarom mag die éne in ’t midden, juist hij?
En WILLEN die andere twee wel opzij?
Dat willen ze best, hoor, en weet je waarom?
Ze zitten een poos, en dan ruilen ze om!
Dan mag er een ander in ’t midden, en dus
is elk op zijn beurt weer de middelste mus …


Voor al deze vogeltjes die wachten op iets dat hun buikje vult hangen wij vandaag vogelbollen op. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten